Ronda is één van die dorpen in Andalusië waar alle gidsen het over eens zijn dat je er geweest moet zijn. Vanuit Cabo De Gata, Las Negras,  is het toch zo een 380 km ver. Tot nu toe waren we er nog niet geraakt. Maar omdat we op Pasen toch in Malaga moesten zijn besloten we om daarna door te rijden tot in Ronda. Vooral gekend voor zijn kloof die het dorp in tweeën deelt. Erg indrukwekkend. Er is verder een klein oud  bezienswaardig stadsdeel en de oudste stierenvechtersarena van Spanje. Bij het binnenkomen van de stad parkeer je de auto in een grote ondergrondse garage vanaf waar je verder te voet moet door een zeer lange winkelstraat. Alle grote ketens zijn er gevestigd. Niet verwonderlijk want er is in alle seizoenen volk vernam ik van een van de plaatselijke geranten.

Naar Ronda rij je normaal door de bergen, maar gezien mijn medereiziger een autofobie heeft, en niet in de bergen wil rijden, koos ik voor een route die langs de bergen heen gaat via Ardales. In tijd ongeveer even lang als doorheen de bergen.